Tekst: Lucas 4:18-21 (NBV)
Voorganger: De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden…
Allen: Vergeef ons, Heer, als onze daden niet in overstemming zijn geweest met de boodschap van het goede nieuws aan de meest kwetsbare mensen.
Voorganger: … om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken.
Allen: Vergeef ons, Heer, als wij niet gezorgd hebben voor de behoeftige, de gemarginaliseerde en de balling door gebrek aan liefde en aan toewijding aan uw Woord.
Voorganger: …en aan blinden het herstel van hun zicht…
Allen: Vergeef ons, Heer, als wij niet gehandeld hebben naar uw liefde.
Voorganger: …om onderdrukten hun vrijheid te geven…
Allen: Vergeef ons, Heer, als wij niet aan de kant van uw gerechtigheid en waarheid hebben gestaan bij de balling en de verworpene.
Voorganger: …om een genadejaar van de Heer uit te roepen.
Allen: Help ons, Heer, om uw Woord om te zetten in daden, het goede nieuws te brengen aan allen die in een vreemd land moeten lijden.
Voorganger: Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht.
Allen: Heer, wij beloven ons ervoor in te zetten dat de prediking van uw Woord werkelijkheid wordt in ons dagelijks leven, wat blijkt uit onze daden ten behoeve van hen die ontheemd zijn door geweld en sociale ongerechtigheid.
Voorganger: Hij zei tegen hen: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.’
Allen: Heer, wij willen ons ervoor inzetten om het goede nieuws aan allen te brengen die pijn lijden en ontheemd zijn. Halleluja, aan u de glorie en de eer voor altijd en immer! Amen.
— Luz Amanda Valencia, pastor in de Ibagué Mennonite Church in Colombia