Een onophoudelijke eis

‘Waar zijn jullie mennonieten?’

In een café in Winnipeg zijn een collega en ik aan het discussiëren over de huidige strijd van veel inheemse volken over grond. Ik luister aandachtig terwijl zij vertelt over de Unist’ot’en, Muskrat Falls en de Tiny House Warriors (strijders van het kleine huis). Ik knik begrijpend en geef ja-geluiden. Maar halverwege door de thee kijkt zij mij ongeduldig aan:

‘Waar zijn jullie mennonieten: Jullie vertellen al deze oude martelaarsverhalen. En hier lijden en sterven wij! Waar zijn jullie martelaren nu?’

Ik ben verrast, onzeker wat ik moet zeggen. Ik belijd dat de kerk vaak nalaat zich bij de armen te begeven en dezelfde risico’s te nemen. Ik vertel iets over wat wij doen om dit aan te kaarten en waar wij naartoe moeten. Zij is niet overtuigd. Haar ogen gaan afwijzend naar een ver raam. Een korte stilte valt, en dan staan wij op, om ieder zijns weegs te gaan.

Fietsend naar mijn werk denk ik de hele tijd aan haar beklag: ‘Waar zijn jullie martelaren nu?’ Ik ben geneigd mijzelf te verdedigen en afstand te nemen. Toch voelt mijn hart de hulpkreet– om de aarde, de arme en zelfs de kerk.

Op kantoor zit ik in mijn natte fietskleding en staar naar de wand en bid. De muur is volgeplakt met beelden van martelaren en de uitspraken van heiligen – Johannes de Doper, Martin King, Ellacuria en andere. Mijn ogen vallen op een bijzonder getuigenis – een uitspraak van 42 jaar geleden van de Aziatische katholieke bisschoppen:

‘Zo lang de dienaren van de Kerk niet bereid zijn martelaren te zijn voor de gerechtigheid,  maar eerder tevreden zijn een leven te leiden buiten en boven het leven [van de onderdrukten], zullen zij bar weinig invloed hebben.’

Ik haal diep adem en sluit de ogen.

Zoals vele mennonieten koester ik de zestiende-eeuwse verhalen van het lijden van de wederdopers. Zoals vele spookt de gevaarlijke herinnering van de gekruisigde in mijn hoofd: ‘Neem je kruis op je, en volg mij.’ [Mat.26;24] Toch vind ik een dergelijk getuigenis overweldigend.

Ben ik bereid, zoals Christus, het gewicht van het heil te dragen? Ben ik, in een geloofsgemeenschap die regelmatig martelaren gedenkt, bereid te handelen naar het woord? Of ben ik alleen bezig gevaarlijke belijdenis-spelletjes te doen?

Ik neem mijn telefoon op en stuur een bericht naar Chris Huebner, professor filosofie en theologie aan de Canadian Mennonite University die college geeft  over  martelaarschap. Kort daarna treffen wij elkaar in een plaatselijk restaurant en praten twee uur lang door. Van Chris leer ik dat

1. Niet de dood maar een voorbeeldig getuigenis is wat ertoe doet. De kerk heeft traditioneel martelaren verhoogd - degenen die gedood waren om hun getuigenis en belijders die onder vervolging getuigenis gaven en dit overleefden. Wij kunnen geen martelaren creëren, maar wij kunnen wel kiezen om een  kostbaar leven te leiden.

2. Er zijn martelaren onder ons. ‘Wanneer wij geloven’, zegt Chris, ‘wat christenen traditioneel geloven over God en de Kerk, is er geen twijfel dat er martelaren zullen zijn. Het moeilijke is te bepalen wie zij zijn en hoe zij er uitzien.’ Maar toch, gaat Chris verder: ‘Als wij geloven wat wij over Christus en de armen zeggen, dan is er geen twijfel dat het verhaal van de inheemse volken in de Canadese context vol zit met martelaren.’

Als ik die avond naar huis fiets, ben ik dankbaar voor een verrijkend gesprek, maar zit ook met nog meer vragen. Mijn gevoel is dat ik dit nodig heb. Abraham Heschel (1907-1972), een geniale jood die vasthoudend profetisch getuigde, zei eens:

‘De profeet minacht degenen voor wie de aanwezigheid van God troost en veiligheid betekent; voor hem is deze aanwezigheid een uitdaging, een onophoudelijke eis.’

In mijn bed denk ik die nacht na over de ongeduldige vraag van mijn vriendin: ‘Waar zijn jullie mennonieten?’ En ik dank God voor haar ongemakkelijke, heilige vraag.

—Steve Heinrichs is directeur van Indigenous-Settler Relations voor de Mennonite Church Canada. Steve woont met zijn partner Ann en drie kinderen in Winnipeg – Treaty 1 gebied en het thuisland van de Métis Natie – en is lid van de Hope Mennonite Church, een gemeenschap van volgelingen van Jezus.

 

Dit artikel werd eerder  gepubliceerd in de Canadian Mennonite. Met toestemming gebruikt 

 

This story was published in the Peace Sunday 2020 Worship Resource package.

You may also be interested in:

Mitsuru Ishido met sansjin, een instrument met drie snaren,  dat gebruikt wordt in het gebied van Ok

"Peace in my heart"

Esuno Kokoro uchini (Het hart van Jezus wordt in mijn hart weerspiegeld). Esuno Heiwa uchini (Ik heb de vrede van Jezus in mijn hart). Mitsuru Ishido schreef dit lied ter bemoediging van Nasu Keiko, een medelid van de doopsgezinde gemeente die mondkapjes naaide voor vluchtelingen, buitenlandse studenten en een gemeentelid met longklachten.Lees meer

Peace Sunday

These Peace Sunday worship resources are provided by the Peace Commission of Mennonite World Conference. We encourage their use by all MWC-related... Lees meer